Jenny Arean Solo

Het verhaal

Na een aantal jaren samen met in anderen op het toneel te hebben gestaan, vond Jenny Arean het tijd worden om weer solo het theater in te gaan. Een one-womanshow zoals alleen zij die kan brengen. Met passie, gevoel voor nostalgie en humor en met die unieke stem waarmee zij een ieder in vervoering weet te brengen. Die stem liet zij in dit programma veelvuldig horen: in een hoog tempo zong ze grotendeels nieuwe songs, afgewisseld met scherpe one-liners en conferences.

Tijdens het samenstellen van de show heeft Jenny inspiratie gezocht bij onder andere Diederik Ebbinge (De Vliegende Panters) en Paul de Munnik (Acda en De Munnik).

De muziek uit deze show is ook op cd verschenen.

Credits

Viool, saxofoon en ewi: Hubert Heeringa
Vleugel en synthesizer: Peter van der Zwaag
Bas en bandoneon: Christiaan van Hemert
Achtergrondzangeressen: Eefke den Held en Lidwien Meeùs
Samenstelling en regie: Ruut Weissman
Tekstschrijvers: Jurrian van Dongen, Daniël Lohues, Maarten van Roosendaal en Ivo de Wijs

Premièredatum

Onbekend

De laatste voorstelling was op dinsdag 31 mei 2005 in het Nieuwe de La Mar te Amsterdam.

Recensies:

Recensie 1. Drieëntwintig juwelen van Jenny Arean

Uit: Haagsche Courant, 29 januari 2005
Door: Ruud Buurman

Ze zingt. Kenners hebben verder geen aanbeveling nodig, ze zingt. Met heel haar hart en ziel, haar hele hebben en houden, met haar ogen, haar wenkbrauwen, haar handen, ze haalt het uit haar tenen en uit haar vingertoppen. Degenen die teksten voor haar schrijven, kunnen zich geen betere vertolker van hun werk wensen dan Jenny Arean.

Tweeënzestig jaar is de diva en zo langzaamaan ook de moeder van de Nederlandse kleinkunst. De laatste jaren deed ze een musical, een programma met Willeke Alberti en "Telkens weer het Dorp". Solo stond ze voor het laatst in 2000 op de planken. En nu dus opnieuw. Aan haar keukentafel, zo vertelt ze, heeft ze met tekstschrijvers als Jurrian van Dongen, Skik-zanger Daniël Lohues en haar hofleverancier Ivo de Wijs veel gegeten en nog veel meer gedronken en dat is kennelijk een grote inspiratiebron voor ze geweest. Ze kwamen na een tijdje met maar liefst zestien nieuwe nummers aandragen.

Prachtnummers over de liefde of het gebrek eraan ("Sleutels", "Moest ik je troosten", "Zolang"), geestige nummers die lichtelijk de spot drijven met het moderne leven en de opvoeding ("Doet ie 't al"), liedjes met vlijmscherp commentaar op het intolerante, niet meer zo gastvrije Nederland ("Vertrek-Verrek", "Woorden"). En die vult ze nu aan met een paar wat oudere juwelen.

Met een daarvan begint ze het programma: "Geef me de Moed", een tekst van Van Dongen op muziek van Aznavours "Emmenez-moi". Een lied met meer inhoud en lading dan menig cabaretprogramma van anderhalf uur.

Gezongen alsof ze in het laatste seizoen van het Nieuwe de la Mar Theater alvast de renovatie wilde beginnen door met haar machtig zware stemgeluid de loszittende verf uit de oksels van het plafond te laten dwarrelen. Waarbij ze de hartenwens uitsprak dat het "hier na de verbouwing door Joop van den Ende naar theater moet blijven ruiken en niet naar management en Fuji lounges".

Fantastisch is daarna "Het Geluid van Vrede", een Ivo de Wijs-lied. Eveneens van De Wijs is "Wokken", een lied over het moderne koken, waarin het driemansorkest en de twee achtergrondzangeressen Eefke den Held en Lidwien Meeùs knipoogjes maken naar grote hits uit het verleden.

Areans muziektheater anno 2005 kent geen echt zwakke momenten. Een uitvoering van Maarten van Roozendaals "Stapels" is te sloom, maar als dat dan wordt gevolgd door het fenomenaal mooie "Leef" van Van Dongen, is praten over zwakke momenten gemiezer in de marge. Zeker als Arean na minuten durend applaus terugkomt met de toegift "Zing dan (en trek de hemel open....)".

Recensie 2. Cynische Arean wordt nergens bitter

Uit: De Volkskrant, 29 januari 2005
Door: Alexander Nijeboer

Het schrijven van liedteksten in opdracht van een artiest is een uitstervend vak. De zangers en zangeressen van vandaag zingen steeds vaker eigen materiaal. Maar Jenny Arean in een zangeres die vasthoudt aan de traditie en die nog wel tekstschrijvers inhuurt om voor een voorstelling een lied op maat te schrijven.

Voor haar nieuwe theaterprogramma "Solo" nodigde Jenny Arean een select gezelschap van de beste liedjesschrijvers uit. Ivo de Wijs, Jurrian van Dongen en Daniël Lohues schreven parels zoals ze in het theater zelden te horen zijn. Bartensvol maatschappijkritiek en toch tijdloos. Vooral De Wijs is op dreef. In "Het geluid van de vrede" schetst hij een intens beeld van de Tweede Wereldoorlog en in "Vertrek-verrek" hekelt hij de gedachte dat de Nederlandse samenleving tolerant is.

Ook in andere teksten zijn vlijmscherpe sneren naar de actualiteit verwerkt. "De moord op Van Gogh heeft mij veranderd", verklaart Arean haar engagement. Naïviteit heeft plaatsgemaakt voor radeloosheid, maar "een knappe jongen die mij bitter krijgt".

En bitter wordt ze, ondanks het cynisme her en der, geen moment. Uit liederen als "Leef" van Jurrian van Dongen, "Wat het wordt", "De liefde" en "Ik doe ’t voor jou" (alle geschreven door De Wijs) klinken levensvreugde en weemoed door, terwijl de humor zijn plek krijgt in "Country jodel in mineur" (Lohues), "Wokken "(De Wijs) en het hilarische "Doet ie ’t al?" van Jurrian van Dongen.

De liedteksten en de muzikale uitvoering zijn prachtig, alhoewel soms de muziek te nadrukkelijk ondergeschikt lijkt aan de tekst, en Arean zelf toont haar kwaliteit als een van de beste vertolkers van het theaterlied. Ze zingt krachtig, met passie, maar theatraal sober en ingetogen. Alsof Arean in "Solo" niet zelf op de voorgrond wil treden maar een ode brengt aan de uitstervende liedjesschrijver.

Recensie 3. Jenny Arean zingt betoverend mooi

Uit: Algemeen Dagblad, 2 februari 2005
Door: Ruud Meijer

Jenny Arean laat in haar eerste lied meteen al weten hoe zij als 62-jarige in het leven staat "Geef mij de moed om me niet af te wenden", zingt zij met een stem die nog nooit zo mooi en doorleefd is geweest, "de moed om nieuwsgierig te blijven, en vrij zonder angst voor het onbekende, de trots en de schaamte voorbij."

Deze mooie woorden worden Arean in de mond gelegd door tekstdichter Jurrian van Dongen, die voor deze gelegenheid het chanson "Emmenez-moi" van Charles Aznavour niet vertaalde, maar van een gloednieuwe tekst voorzag. De componist Aznavour is met drie chansons goed vertegenwoordigd in deze "tour de chant", een mooi gebaar naar de man die te lang in de schaduw heeft gestaan van grootheden als Brel, Brassens en Piaf.

Arean vertelt dat haar betoverend mooie liedboek aan de keukentafel werd geboren. Samen met haar creatieve team - en heel veel flessen wijn - ontstonden de ideeën. Ivo de Wijs was de eerste die met een tekst kwam. Samen met componist Rutger Laan schreef hij met "Sleutels", "Schimmen" en "Ik doe ’t voor jou" een aantal van de mooiste liedjes van het programma.

Daniël Lohues van het Drentse bandje Skik is de opmerkelijke nieuwkomer in de entourage van "La Arean". Zijn werk steekt een beetje mager af tegen dat van Van Dongen, De Wijs en, om maar een andere kanjer te noemen, Maarten van Roozendaal. De "Country Jodel in Mineur" van Lohues is nét iets te jolig en het liefdeslied "Zo lang" is eerlijk gezegd een beetje een karikatuur van het genre. Alle begin is moeilijk.

Maar verder niets dan lof voor de chansonnière en haar voorbeeldig en inventief spelende muzikanten. En Arean zou Arean niet zijn als zij ook niet een politieke noot kraakt. Naar aanleiding van de moord op Theo van Gogh zegt ze: "’t is een knappe jongen die mij bitter krijgt."

En met die uitspraak zegt zij dat zij de angst voor het onbekende uit haar leven heeft verbannen.

Recensie 4. Jenny Arean met country-jodel in mineur van Lohues

Uit: NRC Handelsblad, 29 januari 2005
Door: Henk van Gelder

"Geef mij de moed om me niet af te wenden, de moed om nieuwsgierig te blijven en vrij." Zo begint Jenny Arean in haar nieuwe programma, en dat tekende de levenslust waarmee ze ook ditmaal op het podium staat. Nadat Arean drie seizoenen lang deel uitmaakte van diverse ensembles, is haar aan te zien dat het weer tijd werd voor een soloprogramma. Ze staat vooraan op het podium, met drie begeleiders en twee achtergrondzangeressen, leidt af en toe een liedje in, en zingt. Voornamelijk nieuwe liedjes op tijdloos niveau.

Er zijn er niet veel meer die, zoals Jenny Arean, de beste tekstdichters van het land inspireren tot het schrijven van nieuw repertoire. Zo schreef Ivo de Wijs een magnifiek liedje over oude sleutels in een keukenla ("de sleutels van een dichtgegooid verleden"), een nummer over de tijd dat grote Nederlanders als Vondel en Spinoza nog als asielzoekers aan de grens stonden in de beste Lurelei-traditie van Guus Vleugel, een zotte uitval naar de wok als culinair dieptepunt en een overtuigende beginselverklaring: "Ik wil leven op nieuwsgierigheid en niet op lucht".

Net als de Wijs droeg ook Juriaan van Dongen teksten bij, die verwoorden wat Jenny Arean wil zeggen over alles wat er in de wereld verkeerd zit, maar haar toch niet weerhoud van hoop op betere dagen. Maar ze zingt bijvoorbeeld ook een grappige "Country-jodel in mineur", die Daniël Lohues voor haar schreef. En al zingend koestert ze al die nummers en legt er expressie en spanning in; nu eens kordaat, dan weer fluisterzacht.

Rutger Laan, die veel van de liedjes op muziek zette, maakte bovendien de arrangementen voor de multifunctionele musici, met vinnige, hoekige ritmes, mooi samensmeltende instrumenten en donzige samenzang van de achtergrondzangeressen. Maar eigenlijk heeft Jenny Arean die twee extra stemmen helemaal niet nodig ook op eigen kracht weet ze als geen ander alle liedjes glans te geven.

Recensie 5. Jenny Arean krachtig en puur

Uit: De Telegraaf, 31 januari 2005
Door: Annet de Jong

Ze draagt een keurig rokkostuum, bescheiden korenblauw. Na de pauze verruilt ze het voor een rood exemplaar, de kleur van de passie, en die staat haar prachtig. Want Jenny Arean heeft het nog; het vuur, het engagement. In haar nieuwste programma "Solo" zingt ze de fraaiste liedjes, meest nieuw, begeleid door drie heel goede muzikanten. Jenny Arean houdt het puur en simpel, zonder franje. Ze staat daar, ze zingt en ze doet het voortreffelijk.

De artieste vroeg woordkunstenaar Ivo de Wijs, Skik-frontman Daniël Lohues en Jurrian van Dongen de liedteksten te schrijven. De Wijs nam de meeste voor zijn rekening. Van het melancholieke "Sleutels", die ooit de deuren openden van oude liefdes tot het gevoelige "Schimmen", zijn de teksten bijna altijd mooi. Hoogtepunt is "Ik doe ’t voor jou", een aanklacht tegen het egocentrisme, een meeslepend nummer waarin ook de muzikanten Peter van der Zwaag, Hubert Heringa en Christiaan van Hemert zich laten meevoeren. Het trio speelt viool, bandoneon, piano, sax, drums en dat allemaal zo subtiel gedoseerd en gecombineerd dat elk liedje een geheel eigen sfeer krijgt.

Jenny Arean bezingt de liefde, de vrede, de aftakeling, de hoop. Maar ook de keukenrevolutie door de wok, een vaders preoccupatie met de eerste keer van zijn zoon en natuurlijk haar geliefde stad Amsterdam. "Amsterdams parfum" van Jan Boerstoel is een lofzang op de hoofdstad die voert langs herinneringen en geuren, zoals de bitterzoete wolk van de cacaofabriek. Jenny Arean zing het met gevoel en kracht tegelijk, dit stuk over haar "stinkstad aan het IJ".

Natuurlijk gaat het ook nog even over haar leeftijd. Ze spot er mee. Dat ze nu 62 jaar is en de minnaars heeft afgezworen. Dat kan niet meet met dat lijf. Ze kan het niet meer met goed fatsoen aanbieden "behalve dan aan de medische wetenschap". Ze praat de liedjes vrolijk aan elkaar, de bruggetjes zijn niet allemaal even sterk, maar dat hindert niet.

Jenny Arean heeft zich voor haar nieuwe programma artistiek laten bijstaan door jong talent als Paul de Munnik en "Vliegende Panter" Diederik Ebbinge. Dit duo en regisseur Ruut Weissman weten heel goed hoe je een mooi liedje in het theater moet worden gebracht: zonder opsmuk, met subtiele arrangementen en mooi licht. De kunst van het weglaten. Die formule werkt bij Jenny Arean, want zij zelf vult met gemak de rest van de ruimte, deze kleine grote vrouw.

Recensie 6. Krachtige Jenny Arean, spinnend en grauwend

Uit: Dagblad van het Noorden, 29 januari 2005
Door: Jacques J. d'Ancona

Opnieuw is het een avondvullende solo, die de begrippen cabaret, concert en tour de chant dekt en tegelijkertijd ontstijgt. Als Jenny Arean besluit weer eens tegen alle stromen in te roeien, weet ze een bende van de grote dichters en componisten warm te krijgen om hun mooiste materiaal voor háár te schrijven. Logisch.

Het openingslied van haar nieuwe programma bevat de sleutels van inspiratie en motivatie. Zingt ze over een tijd waarin gemakzucht beloond wordt en domheid niet wordt afgestraft. "Over onbegrip en verdriet heen, is het echter zaak moed te houden, je niet af te wenden en niet te vergeten wat werkelijk telt".

Ze stelt de vragen die gesteld behoren te worden: wat kun je doen en wat helpt? Aan het machteloze gevoel voor realiteit mankeert het niet. Een antwoord biedt ze niet aan. Er is geen waarom, alleen een daarom. Het hele programma geurt echter naar de constatering dat geen mens haar bitter krijgt, niemand haar laaiende humor en onvoorwaardelijke liefde weg ramt. Arean te voeten uit, op haar 62-ste. Daar mag ze niet over zeuren. Doet ze ook niet, want "de boel" doet het nog steeds. Daar zullen we het pas over hebben als ze 100 wordt en dan nog zo krachtig, gloedvol en zó zuiver breed en diep zal zingen bij het opentrekken van dat machtige orgel.

Als Jenny Arean terugkijkt op haar tropenjaren (sinds ze op haar zeventiende bij Wim Kan auditeerde) ontaardt dit niet in slap gemijmer of de vrees ingehaald te worden. Ze grijpt je bij de strot. Kent en produceert het geluid van oorlog en vrede en van de gekke "Country jodel" van Lohues. Elk nummer kleurt ze in, opgestuwd door drie prachtige muzikanten en factor 4, de twee piepjonge zangeressen die onsmakelijk als "backing vocals" worden geïntroduceerd, terwijl ze het min of meer terecht veel ruimte geeft. Leven op nieuwsgierigheid betekent voor Arean het oproepen van gedoseerd sentiment en hilarische vrolijkheid, ook aan de hand van zeker niet voor de hand liggende onderwerpen. Het programma waait alle kanten uit en is niettemin in balans, omdat Arean spinnend en grauwend geen woord overboord laat vallen. Niet modieus, allerminst hypocriet… Top cabaret qua inhoud en vertolking. Daar waren we aan toe.

Recensie 7. Jenny Arean is scherp, pittig maar wat milder

Uit: Friesch Dagblad, 1 april 2005
Door: Hessel Fluitman

Nadat Jenny Arean de laatste jaren in musicals heeft gezongen en theatershows heeft gedaan met onder meer Willeke Alberti, staat ze dit jaar opnieuw solo op de planken. Een tour de chant waarvoor ze bij verschillende tekstschrijvers te rade is gegaan voor nieuw materiaal. Enkele bestaande liedjes erbij, omdat die haar zo na aan het hart liggen en zie hier, een nieuw programma is geboren. Muzikanten gevraagd en de zaak zit gebeiteld.

Zo gemakkelijk is het echter niet gegaan en het resultaat is ook niet zo oppervlakkig als misschien wordt gesuggereerd. Jenny Arean staat altijd garant voor een aantal pittige opmerkingen en haar liedjes stralen altijd een geëngageerde visie op de maatschappij uit.

Zo wordt met Ivo de Wijs’ Vertrek-verrek in de soepele taal van De Wijs de vluchtelingenproblematiek tegen het licht gehouden: een man als Joost van de Vondel was afkomstig uit Duitsland en de filosoof Spinoza was geen Nederlander van afkomst. Actueel gezien zou ook Maxima’s schoonvader veertig jaar geleden de grens gewezen hebben moeten worden. Allemaal mensen waar De Nederlandse staat achteraf toch trots op is!

Toch is haar geluid milder geworden. In Het geluid van de Vrede - ook van De Wijs en opnieuw in dat heerlijk lopende, vanzelfsprekende Nederlands van hem - bezingt ze hoe in 1945 de vrede haar geluid kreeg. Door middel van de inhoud van Wat het wordt geeft ze aan dat er nog zoveel mee te maken is, te zien is, te beleven. Een jonggeboren dochter bij de buren doet haar verlangen om te zien hoe dat nieuwe buurmeisje de wereld ingaat. Pijnlijk ook, want het eeuwige leven is voor niemand weggelegd.

Maar ook is er pure lol te beleven. Daniël Lohues heeft het voor elkaar gekregen dat Jenny in mineur een country-jodel zingt, in een blues, met een weetje in de tekst, dat aan de ondergang van de Titanic is te danken. Een gekkere combinatie kan haast niet, maar leuker kan het bijna ook niet.

Met een minimale bezetting van drie muzikanten heeft Dame Arean het ook nog eens voor elkaar gekregen om toch een veelzijdig geluid te krijgen. Geleid door toetsenist Peter van der Zwaag zorgen multi-instrumentalisten als Hubert Heeringa - in Fryslân een grote bekende - en Christiaan van Hemert ervoor dat het geluid niet sleets wordt. Hoewel Hubert naar mijn smaak zijn elektronische blokfluit met synthesizer wel wat vaak gebruikt.

Dat geheel staat of valt natuurlijk met de soliste zelf, die gedragen wordt door deze basis. Jenny Arean maakt dankbaar gebruik van al deze ingrediënten en betovert met haar inzet de hele zaal. Met haar diepe alt heeft ze misschien niet zo heel veel bereik te bieden, maar met haar zeggingskracht en inlevingsvermogen krijg je het hele scala van menselijke emoties met kracht en souplesse voorgeschoteld.