Interview "De Volkskrant", februari 1980

Jenny Arean over musical "De club"

"Dat is nou altijd de eerste vraag: hoe houden jullie het vol. Zijn er geen grote ruzies", schalt Jenny Arean door haar rijkelijk met roomse rekwisieten gestoffeerde kamer. "Velen denken zeker dat het niet kan, zonder problemen met een groep louter vrouwen in een musical te werken. Ik kan je verzekeren dat het heel leuk is. Van meet af aan zijn we een hecht clubje. En al zijn er dan enige wisselingen in de cast geweest, de stemming is goed gebleven in de groep die allemaal fikse karakters, behoorlijke koppen herbergt. De musical waar Jenny Arean in werkt heet "De Club". Het is een successtuk van de Amerikaanse schrijfster Eve Merriam. Het gegeven van de musical is simpel. Vier heren laten zich volgieten met drank in een herensociëteit rond 1900. Zij maken flauwe en denigrerende opmerkingen over hun vrouwen, minnaressen en schoonmoeders en schelmse grappen over de eigen potentie of het gebrek daaraan. De bedoeling van de feministische schrijfster heeft zij na de première vorig jaar juni als volgt samengevat. "Ik heb voornamelijk geprobeerd te laten zien wat chauvinisme met mannen en vrouwen doet. En omdat het seksisme tegenwoordig veel subtieler is, heb ik het stuk rond 1900 - toen de sekserollen veel vaster lagen - gesitueerd. Op die manier wordt de boodschap duidelijker. En nog duidelijker wordt deze door alle zeven mannenrollen door vrouwen te laten spelen. Vormde die boodschap de aanleiding voor Jenny Arean om zich samen met Adèle Bloemendaal, Els van Rooden, Annet Nieuwenhuizen en anderen in het avontuur te storten? Jenny laat een korte hese lach horen en zegt: "het ging mij er helemaal niet om dat de musical een boodschap zou hebben. Ik ben meer voor het gegeven gevallen. Zeven vrouwen die mannen spelen komen nooit voor. Dat vond ik aantrekkelijk. Verder is die musical natuurlijk een collage, een breilap van liedjes. Dat trok me ook geweldig".

Maar er zitten toch ook veel flauwe, banale grappen in.

Jenny: Zeker. Niettemin, die grappen kun je nu nog horen wanneer je tien heren met een driedelig pak treft. Ga maar eens naar café de Pieper op een namiddag. Daar hoor je dit soort teksten. Ik denk dan ook dat als er al een boodschap in de musical zit het deze is: ga eens na of er sinds 1900 veel veranderd is in de houding van mannen tegenover vrouwen. Praten en gedragen ze zich nog altijd op deze manier. Toch blijf ik erbij dat als er geen goede voorstelling van was gemaakt het, boodschap of niet nooit leuk was geworden. Nu het wel leuk is benadrukt "De Club" naar mijn gevoel de platvloerse zouteloosheid van een bepaald type mens en het voze van de vriendschappen. Dat blijft echter maar een onderdeel van het geheel. Alles is alleen zeer schematisch aangegeven, ook de karakters. Ik speel een jonge advocaat die nog onder de plak van zijn moeder zit. Zo'n mannetje dat over tien jaar net zo'n proleet is als de rest van het gezelschap".

Pretentieloos

Jenny Arean betwijfelt of het publiek - van jong tot oud en ze hebben in gelijke mate plezier - enige boodschap uit het gegeven haalt. Ze kent de uitwerking van hun optreden op het publiek niet en denkt dat "De Club" vooral als een avondje pretentieloos amusement ervaren wordt. Alle pretenties van de schrijfster ten spijt. Misschien heeft dat ook wel te maken met het veranderde slot. In de oorspronkelijke versie legt de bedrogen oude heer zijn herenkleed af en zegt: "to the real world we must go, where man and woman equal show, where bothes sexes are judged fair and where is true justice every where".

Omdat volgens de Nederlandse regisseur het geheel dan al, te moralistisch werd zijn de slotzinnen hier geschrapt. "Wij hadden" zegt Jenny Arean, "niet zo'n behoefte aan een driedubbele bodem effect". De musicalster, geschoold in cabaret en repertoiretoneel, die met volle overtuiging nog dagelijks aan de musical werkt - "we blijven met elkaar in de weer, dat heb ik nog nooit eerder in een productie meegemaakt" - ziet met enige zorg de laatste avond van "De Club" naderen.

"Er staat mij een groot blank seizoen te wachten. Er zijn enkele plannen geheel misgelopen en het ziet er naar uit dat ik het volgend seizoen niets te doen heb. Daar word ik nu al heel kribbig van. Ik vind dat verdomd vervelend. Er zijn me wel aanbiedingen gedaan van dingen die ik niet goed vond. Dan ga ik liever oprecht de WW in dan dat ik mezelf verlies in iets dat beneden de norm is die ik aan mezelf stel. Een beetje water in de wijn kan altijd, maar het moet wel leuk blijven".

Wie Jenny nu nog in actie wil zien, samen met Adèle Bloemendaal, Sytha Bolt, die Els van Rooden vervangt, Anne Haenen, in de plaats gekomen van Annet Nieuwenhuizen, Sylvia Alberts, Jes Vriens en Marjes Benoist, kan de komende weken in de "Kleine Komedie" in Amsterdam terecht. En als de lachende toeschouwers zich na afloop realiseren waarom ze eigenlijk gelachen hebben, dan is dat meegenomen.

Bron: Ruud Gortzak; De Volkskrant, 26 februari 1980