Jenny Arean

Op haar veertiende zag Jenny Arean een voorstelling van Wim Sonneveld, en vanaf dat moment wist ze precies wat ze wilde. Ze herinnert zich het nog als de dag van gisteren: "Ik was veertien, zag Wim Sonneveld in het theater en was meteen verkocht. Wat hij maakte was zo elegant cabaret – smaakvol, prachtig aangekleed, met een schitterend decor en fantastische muzikanten. Die man had zoveel stijl. En dan die grote, betoverende blauwe ogen! Die mix van scherpte en humor raakte me diep. Toen ik dat zag, dacht ik alleen maar: dát is wat ik bedoel! Dáár wil ik naartoe!"

Op haar zeventiende deed ze auditie bij het ABC-cabaret van Wim Kan en zijn vrouw Corry Vonk. Ze bracht het liedje “Ubbeltje van de bakker” van Annie M.G. Schmidt ten gehore en zong “Ik ben zo blij dat ik een stukje van de wereld ben” van Rudi Carrell.

“Een kind van het vak,” oordeelde Corry Vonk meteen. Toen ze vroeg wat Jenny van de shows van Wim Kan vond, bekende Jenny dat ze die eigenlijk niet kende, omdat ze altijd naar Wim Sonneveld ging. Corry Vonk kon haar lachen niet bedwingen. Jenny werd aangenomen, maar haar echte naam – Johanna Jenneke Josepha Klarenbeek – was natuurlijk veel te lang en ingewikkeld voor het artiestenleven. Daarom besloot mevrouw Vonk dat ze voortaan als Jenny Arean door het leven zou gaan.

Begin jaren zeventig speelde ze de hoofdrol in de NCRV-serie Het meisje met de blauwe hoed, wat haar doorbraak bij het brede publiek betekende. Daarna volgde een rijk theaterleven, waarin ze samenwerkte met gerenommeerde artiesten als Robert Long, Dimitri Frenkel Frank, Frans Halsema, Adèle Bloemendaal, Joost Prinsen en Ischa Meyer.

In 1985 bracht ze haar eerste soloprogramma uit, Gescheiden vrouw op oorlogspad, dat meteen bekroond werd met een prijs. Vanaf dat moment is ze bijna ieder jaar te zien geweest op het toneel, of het nu in een musical was of in een theatershow.